Wanneer kun je de eerste of tweede honingkamer plaatsen? Het is vrij eenvoudig: wanneer de bovenste kamer bijna helemaal bezet is. Je kunt het door het folie waarnemen. Vooral dat woordje "bijna" is belangrijk voor de timing. Zijn de ramen van de bovenste kamer al allemaal bezet met bijen dan ben je feitelijk te laat. Je moet de bijen net een stap voorblijven om filevorming (overbevolking) te voorkomen. 

Dat geldt ook voor het plaatsen van de volgende honingkamer. Het gaat dus om de bezetting met bijen en niet om het gewicht van de honing in de ramen. In de onderstaande video zie je dat ik al weer te laat ben met het plaatsen van de tweede honingkamer, want ik tref al vijf ramen aan met verzegelde honing. Te laat dus, die verzegelde honing kan door de bijen ervaren worden als plafond van de honingkamer, waardoor de loop naar de volgende honingkamer vertraagd wordt. Zodra de bovenste kamer redelijk (>75%) bezet is met bijen, geef je ze er een extra kamer bovenop.

De vraag naar het aantal honingkamers is lastig te beantwoorden en hangt af van de intensiteit van de dracht. Op het koolzaad heb je soms drie (halfhoge) honingkamers nodig, zonder reizen beperk ik het meestal tot twee kamers in het voorjaar en drie in de regel in de zomer. Maar vier is ook niet uitzonderlijk voor met name de kleine spaarkasthoningkamers. 

Hoge broedkamers kunnen ook als honingkamer gebruikt worden, daarom hanteer ik de term halfhoge honingkamers, die beter te tillen zijn. 

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt