Bijenblog

Uitslag peiling basis- en koninginnenteelt

Uitslag peiling basis- en koninginnenteelt

Bijna 400 imkers hebben gereageerd op de peiling naar de teelt van koninginnen, op basis hiervan ontstaat er een betrouwbaar beeld.

De meeste imkers realiseren zich wel dat zij in een of andere vorm iets doen aan koninginnenteelt. De wijze waarop men actief of passief met dit onderwerp aan de gang is, kun je goed terugvinden in de resultaten van dit onderzoekje. Tweederde van alle imkers laat zijn of haar koninginnen op de eigen bijenstand aanparen. Eenderde bezoekt actief een land- of eilandbebruchtingstation. Alhoewel dit er traditioneel in Nederland slechts zes of zeven waren, blijkt uit deze peiling dat er momenteel wel 20 stations bezocht worden tot in Oostenrijk aan toe. Er ontstaan de laatste jaren in Nederland diverse nieuwe landbevruchtingsstations met een bepaald teeltdoel. 

Intro

De resultaten van deze enquete zijn opgenomen in een automatisch gegenereerd overzicht, die je als bijlage onderaan dit Blogbericht aantreft.  Hierbij is ook een overzicht opgenomen met alle geplaatste opmerkingen bij de laatste vraag 13. Op sommige vragen/onderwerpen zal ik hieronder iets verder ingaan.

Alle conclusies in dit bericht zijn gebaseerd op de 373 reacties, die binnen kwamen op de peiling. De uitkomsten liggen in lijn met een enquete over koninginnenteelt uit 2019. 

Hoeveel jaar houden we al bijen (vraag 1)?

75% van de deelnemers aan deze enquete imkert al 5 jaar of langer. Van de totale groep imkert de helft al 10 jaar of langer. Een kwart is de afgelopen 4 jaar begonnen met deze mooie hobby. 

Hoe zijn de imkers verspreid over Nederland (vraag 2)?

In onderstaande grafiek (met dank aan Frank Moens) staan de eerste twee cijfers van de postcode van de deelnemende imkers op de X-as (horizontaal). Op de Y-as (verticaal) zie je het aantal deelnemende imkers in het betreffende postcodegebied staan. 

imkers per postcode

Een minder gedetailleerde indeling naar 9 postcodegebieden in heel Nederland ziet er als volgt uit:

Voor meer leesbare info kun je klikken op de grafieken. 

Hoeveel bijenvolken hebben we? 

aantal volken per imkerMeer dan de helft van alle imkers heeft minder dan 10 volken en eenderde heeft 10 tot 25 volken. Slechts 10% heeft 25 tot 50 volken en slechts 2% heeft meer dan 50 volken. Ongeveer 90% van de imkers heeft dus maximaal 25 volken. 

Bijenrassen (vraag 4)

De Buckfastbij is met 43% nog steeds de meest gehouden bij, direct gevolgd door Carnicabij met 38%. De Zwarte bij blijft een niche met slechts 4,5%. Deze verdeling was in 2019 bij de toenmalige peiling niet veel anders. Slechts 1 op de 5 volken is van lokale komaf. 

Gezien het feit dat 4 op de 5 volken van een bepaald ras is met een oververtegenwoordiging van Buckfast en Carnica ten opzichte van de Zwarte bij zal de standbevruchting daardoor beinvloed worden. Op zich heeft dat geen nadelige invloeden zoals blijkt uit praktijkonderzoek. Zachtaardig ras A x zachtaardig ras B blijft in de regel zachtaardige nakomelingen opleveren. Zo lang je maar rasechte F1's blijft telen of kopen, is er niets aan de hand. 

In de antwoorden werd ook nog Elgon en Ligustica genoemd. Elgons zijn in feite Buckfastbijen waarin de Monticolabij ingekruist is. De Ligustica is een italiaanse bij, die niet goed past in ons klimaat. In de Buckfastbij is de Ligustica al voor een deel vertegenwoordigd. 

Het uitgangsmateriaal bij de teelt van koninginnen (vraag 5 en 6)

De helft van de deelnemers aan deze peiling gaat uit van redcellen en zwermcellen. Mits ze daarbij een bewuste selectie maken, vormt dit dus de basisteelt. Jonge larven vormen in bijna de helft het uitgangspunt voor de koninginnenteelt, gevolgd door jonge moeren met bijna 15% en dan volgen aangeblazen doppen (12%) en gesloten doppen (9%). 

De meeste imkers (bijna 70%) maakt van eigen teeltmateriaal gebruik en bijna de helft van alle imkers (46%) maakt gebruik van materiaal van andere telers. Sommige imkers doen dus beiden. 

Wie hebben er de beschikking over P-moeren (vraag 7)?

De helft van de imkers heeft geen P-moeren, de andere helft heeft dus wel een of meerdere P-moeren. Dertig procent heeft P-moeren gekocht of gekregen en een kwart heeft deze zelf geteeld via KI of een bevruchtinghstation. 

Het bezoeken van bevruchtingstations (vraag 8)

Tweederde van de imkers (65%) doet blijkbaar niet aan gerichte aanparing op bevruchtingsstations., zij laten hun jonge koninginnen op de eigen stand bevruchten. Eenderde (35%) bezoekt dus wel een eiland- of landbevruchtingsstation. 

Door de populariteit van Buckfast is Ameland het meest bezochte station (12%) gevolgd door het carnicastation Vlieland met 8%. Daarnaast wordt Flevo en in iets mindere mate Marken nog bezocht. Marken is vooral bekend bij de buitenlandse telers en laat in slechts 1 ronde "gewone" imkers toe (Flevo en Marken samen 7%).

De overige stations zijn landbevruchtingsstations. De Zwarte bijen stations Bosland en Neeltje Jans worden door 2% van de imkers bezocht. Een half procent bezoekt nog Chimay in Belgie. Voor de VSH-Buckfastteelt wordt gebruik gemaakt van Linden (Arista Bee Research), Flevo (Arista) en Selange (Belgie/Arista). Voor de Carnicateelt wordt nog Kreverhille in Zeeland genoemd. Een respondent woont blijkbaar op Texel, waardoor hij zijn eigen bevruchtingsstation heeft. Wat een luxe.

Het Darwin-project van WUR wordt door 1,6% van de imkers bezocht en blijkbaar zijn er ook landbevruchtingsstations van lokale bijenverenigingen (2,1%). Het zou leuk zijn wanneer er iets meer over deze initiatieven gepubliceerd zou worden (wie schrijft er een gastblogbericht?). 

 Er worden diverse stations in het buitenland bezocht, waaronder: Norderney, Langeoog, Ternell, Eikand, Wangerooge en Spiekeroog.  Hiervoor gelden bijzondere export en gezondsverklaringen. 

Kunstmatige inseminatie (vraag 9)

Door Arista Bee research en Beeselective initiatieven zijn er tegenwoordig veel meer mogelijkheden voor KI. Er zijn ook meer imkers opgeleid in deze vaardigheid. 15% van de deelnemende imkers maakt gebruik van KI. Hiermee worden nieuwe doelbewuste combinaties mogelijk gemaakt en kan met bijzondere teelttechnieken het VSH% verhoogd worden. Alhoewel veel imkers zich bezwaard voelen door het niet natuurlijke karakter van KI, wordt door deze bewuste teelt en selectietechniek doelbewust de natuurlijke weerstand tegen bepaalde parasieten en ziekten vergroot. 

Dit komt de bijengezondheid ten goede en voorkomt het veel dierenleed in de vorm van wintersterfte en bijenziekten. Ieder nadeel is ook een voordeel. 

Voldoende scholingsmogelijkheden koninginnenteelt (vraag 10)

De meningen hierover zijn niet onverdeeld positief. Een kleine 40% vindt van wel, echter bijna 25% vindt van niet. In de aanvullende kommentaren wordt het volgende opgemerkt:

  • geen initiatieven door onze bijenvereniging
  • slechts 2 landelijk aangeboden KT-cursussen, te weinig, te ver weg
  • misschien boven de rivieren, maar niet in limburg
  • opleiding om nieuwe leraren koninginneteelt op te leiden ontbreken
  • niet in mijn regio Noord-Holland
  • Arista Belgie leidt imkers op tot teler. 

Is het teeltmateriaal makkelijk verkrijgbaar (vraag 11)?

Bijna tweederde van de imkers (59%) vindt van wel. Daarentegen vindt 13% het nog wel lastig om het juiste materieel te vinden. Vooral de behoefte aan VSH-materiaal blijkt groot te zijn. Een aktieve bemiddelende rol hierin bij de NBV en/of lokale verenigingen zou gewaardeerd worden. Is wellicht publicatie van overlarfdagen via de NBV Agenda een optie? Of een vraag en aanbod pagina? 

Toegankelijkheid bevruchtingsstations (vraag 12)?

Dertig procent van de deelnemers vindt van wel en vijftien procent vindt van niet. Enige opmerkingen die geplaatst worden: 

  • reizen naar Duitsland geeft veel administratieve rompslomp
  • weinig ingang via NBV. Je moet zelf al een relatie hebben met teeltstation
  • Ameland wel, Flevo helaas niet meer vanwege aanpassing voorwaarden
  • het hoe en waarom mag best wel beter uitgelegd worden
  • Veel te ver weg, te veel reizen
  • het verplicht registeren ivm reizen naar Belgie gaat zeer moeilijk. Voor Belgie is een vergunning nodig
  • beperking tot 6 kastjes voor Vlieland is te zeer beperkend voor goede selectie
  • vooral Vlieland is beperkt
  • ze zijn alleen op zondag open, dan kan ik niet
  • samen reizen is te beperkt mogelijk. 

Overige opmerkingen (vraag 13)

Alle aanvullende opmerkingen geplaatst bij vraag 13 zijn gebundeld in een bijlage onderaan dit Blogbericht.  Een deel van de opmerkingen/vragen zal ik als docent koninginnenteelt en blogger meenemen in komende blogberichten. 

Mocht je nog vragen hebben, dan kun je altijd reageren op het NBV Bijenblog. Mocht je nog niet kunnen reageren of de reacties niet kunnen lezen geef je dan gratis op voor een beperkt NBV Account. Lukt dit niet, neem dan contact op met het NBV Buro, telefonisch bereikbaar op 0317-422 422 (van 10-12 uur).

Ben Som de Cerff, hobby-imker en honingkeurmeester, docent bijenteelt en koninginnenteelt

Op weg naar een duurzame imkerij

Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account. 

Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren. 

Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan. 

Inloggen