Een hoge mijtbesmetting kost wintervoer
Een hoge mijtbesmetting kost wintervoer
Een hoge mijtenbesmetting leidt in vrijwel alle gevallen tot een hoger voergebruik. De mijten houden indirect het broednest gaande, een broednest vergt meer voergebruik. Meer info vind je in het blogbericht.
Vanmorgen heb ik zo'n tien MiniPlus-kastjes aan de kofferweegschaal gehangen en heb ik zo het brutogewicht kunnen vaststellen. Zeven weken geleden heb ik dat ook gedaan om vast te stellen of er met voldoende voer ingewinterd was. Het verschil in gewichtsverlies van de afgelopen zeven weken houdt gelijke tred met de mijtbesmetting. Weinig mijtenval resulteert in minder voergebruik. Dit verschil kan wel tot 50% oplopen. Normaal wordt er in een miniplus 500 gram in oktober/november per maand gebruikt, maar bij een hoge besmetting wel 750 gram wintervoer. Een hogere mijtbesmetting leidt dus indirect tot een hoger wintervoergebruik. Waarom indirect? Het zijn de mijten, die het broednest gaande houden. Een hoge mijtbesmetting heeft een negatieve invloed op de vorming van langlevende winterbijen. Het volk en de koningin compenseren dat door het broednest langer in stand te houden, dit leidt tot een hoger voergebruik en blijvend hogere aantallen mijten, die blijven vallen tot de winter invalt. Vaak vallen er ook nog lichter gekleurde mijten op de schuifla, de immature dochters. Ook in de winter blijft de mijtenval relatief het hoogst in deze volken. Door het compensatiegedrag blijft de volksgrootte nog redelijk op peil, maar dan moeten de mijten en de bijen wel virustolerant of virusvrij zijn. Anders leggen ze zeker het loodje in de loop van de winter.
Van deze MiniPlus-kastjes hou ik ook de dagelijkse mijtenval bij. Hoe lager de mijtenval des te lager is de mijtenbesmetting. In augustus is ook de mijtbesmetting in het broed vastgesteld, vandaar het directe verband tussen de mijtenval en mijtenbesmetting.
De eindstand van de mijtenbesmetting wordt aan het eind van de winter vastgesteld en daarmee worden tevens de beste raszuivere koninginnen bepaald, met name op het vlak van een lage mijtenreproductie. Het is verwonderlijk hoe groot de verschillen zijn. De volkjes met de hoogste mijtenval hebben vanaf 3 september al 1900 mijten laten vallen, terwijl de minste mijtenval per volkje ongeveer 180 mijten omvat. Dit betreffen dan wel allemaal gelijkwaardige volkjes zonder enige vorm van mijtenbestrijding.
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent mijtenval
Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog? 
Log dan in met je NBV-account. 
            Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren.
Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan. 
Inloggen