Bijenblog

Queen banking en redcel koninginnen

Queen banking en redcel koninginnen

In dit blogbericht een videoverslag van het merken en tijdelijk bewaren van jonge koninginnen. Daarna volgt een referentie aan een voordracht van Kisten Traynor, die pleit voor het telen van koninginnen op basis van de jongste larven via een echt starter/pleegvolk en niet via inferieure redcelmoeren in broedafleggers. En last but not least het verschil in inhoud van honingkamers van het kasttype spaarkast en dadant. Inderdaad spaart de kleine spaarkast je rug. 

Queen banking is de vaak gebruikte term voor het tijdelijk opslaan en bewaren van net geboren koninginnen. Het is gebruikelijk om jonge koninginnen in te voeren in een schudzwerm of in een broedaflegger. Voor de aanname van de moer is het belangrijk dat de bijen haar verwachten. Bij een broedaflegger moeten ze dan beschikken over gesloten redcellen. Dat is in de regel negen dagen na het maken van de broedaflegger. 

Mocht je al een week eerder een koningin krijgen of over hebben, dan is het zaak haar in goede conditie te houden. Daar zijn meerdere opties voor: sommige imkers hangen de koninginnen in een nicot kluisje met begeleidende bijen en suikerdeeg in een honingkamer boven het moerrooster, anderen geven de voorkeur aan de opslag in een lege kamer bovenop een moerloos volk. Deze willen maar al te graag de koninginnen verzorgen. Je kunt ze gerust een week bewaren en daarna invoeren. 

In de onderstaande video laat ik het merken en het voorbereiden van de nicot kooitjes met begeleidende bijen zien. Het is handiger om de bijen van een vlak raam af te halen, dan de manier waarop ik het deed van de toplatten. 

Redcelmoeren bieden niet dezelfde kwaliteit als zwermcelmoeren of goed geteelde moeren. Dr. Kirsten Traynor, een wetenschapper verbonden aan het Bijeninstituut Hohenheim refereert in haar recente voordracht aan diverse onderzoeken waaruit blijkt dat de redcelmoeren, die wij soms op laten kweken in onze broedafleggers of via het broedgedeelte van de kunstzwerm een mindere kwaliteit bieden dan zwermcelmoeren. De bijen laten redcelmoeren ontstaan uit zogenaamde oudere L2 en L3 larven, waardoor het doel van de bijen om snel weer een leggende moer te krijgen, sneller gerealiseerd wordt. Terwijl larven in het L1 stadium de beste kwaliteitsmoeren opleveren, zoals gebeurt bij zwermcellen, stille wisselcellen en als het goed is bij koninginnenteelt. Goede pleegvolken en goede voeding is cruciaal. 

Door bij de koninginnenteelt exclusief de kleinste larven te kiezen direct uit het overgangsgebied van eitjes naar larven leg je de basis voor gezonde grote koninginnen. Uiteraard moeten die tussen veel en goed doorvoede bijen geteeld worden. Extra bijvoeren is essentieel voor goede koninginnen. 

Het gewicht van volle honingbakken kan behoorlijk verschillen per type kast. Een volle houten Dadanthoningkamer weegt bijna 26 kilo, een styroporhoningkamer weegt bijna 25 kilo. Het nettogewicht komt uit op ongeveer 18 kilo terwijl een spaarkasthoningkamer netto niet meer dan 10 kilo zal bevatten. Uit deze foto van een volle dadant- en spaarkasthoningkamer blijkt duidelijk het verschil. Je bent gewaarschuwd.

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent koninginnenteelt

 

Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account. 

Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren. 

Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan. 

Inloggen

Account aanmaken
Dit e-mailadres is tevens je gebruikersnaam om in de community in te loggen
Wachtwoord
Voer het wachtwoord hieronder nogmaals in om het wachtwoord te bevestigen.