De uitslag van de enquête naar de zwermbeheersingsmethoden
De uitslag van de enquête naar de zwermbeheersingsmethoden
Zwermdrift en zwermen is een boeiend fenomeen van onze hobby, iedere imker probeert op zijn eigen wijze hiermee te dealen. Sommige door alleen te genieten van het zwermgebeuren, anderen met bijsturen en ingrijpen. Dit blogbericht geeft je meer inzicht in wat anderen doen.
Vanaf half april bereiken de volken een fase, waarin een deel van de volken zorgt voor het voortbestaan van de soort door zich af te splitsen van het oorspronkelijke volk. Dat geeft in het oude volk en soms in de daar nog uit voortkomende nazwermen nieuwe koninginnen, die zich weer kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Tenminste de volken met de nieuwe moeren mogen bewijzen wie het beste aangepast is aan de veranderende omstandigheden.
Imkers en vooral hun omgeving vinden het zwermgebeuren fascinerend maar soms ook beangstigend of vervelend wanneer de spouw of schoorsteen wordt gekraakt. Bij verre buren van ons liep de honing tijdens een hittegolf langs het behang van de slaapkamer vanwege een zwerm onder het lood van de schoorsteen.
Uit de onlangs gehouden enquete onder de volgens van het NBV Bijenblog blijkt het volgende:
Bijna 400 imkers (371) reageerden op deze enquete.
Imkers en hun aantal volken
De helft van de imkers, die reageerden hebben één tot vijf volken. 30 op de 100 imkers heeft vijf tot tien volken, 16 op de 100 imkers heeft 10 tot 25 volken volken en slechts 3 op de 100 heeft tussen de 25 en 100 volken. 80% van de imkers heeft dus minder dan 10 volken.
Imkers en hun ervaring met bijenhouden
Ruim 31% van de imkers is minder dan 5 jaar geleden begonnen met imkeren, 29% heeft 5 tot 10 jaar ervaring en bijna 40% imkert al langer dan 10 jaar.
De toegepaste zwermbeheersingsmethoden
- Bijna 6% van de imkers laat de bijen hun natuurlijke gang gaan en proberen de afgekomen zwermen te vangen en te huisvesten. Ruim 90% daarentegen probeert het zwermen onder controle te houden. De wijze waarop is toch verrassend te noemen, maar je mag zelf je eigen conclusies trekken.
- Kunstzwermen worden door 30% van de imkers gemaakt, waarbij 15% kiest voor de vlieger en een zelfde groep van 15% voor de veger.
- De grootste groep imkers kiest voor het maken van broedafleggers, eventueel gecombineerd tot een verzamelbroedaflegger, die weer goed gebruikt kan worden bij de koninginnenteelt. Deze groep is bijna 44% van de respondenten.
- De andere methoden vinden veel minder aftrek. 5% houdt het bij doppen breken, ruim 1% maakt een tussenaflegger, 6% maakt een zuigeling. Die laatste is vooral in trek bij de Vlaamse imkers en vindt soms navolging in Nederland.
Als alternatieven werden nog genoemd: het demareren, ruimte geven, de Rensonmethode, de TBA (totale broed afname) en de keuze voor het zwermtrage Buckfastras. Genoemde alternatieven zijn feitelijk helemaal geen zwermbeheersingsmethoden. Het demareren werkt weliswaar zwermvertragend, echter Renson heeft niet tot doel het zwermen te voorkomen. Deze imkermethode heeft wel tot doel het broednest te verkleinen tot 30.000 cellen, waardoor het broed beter verzorgd wordt en de bijen langer leven. Het afkomen van een zwerm bij Renson is zeer stressvol voor de bijen, omdat darren en moer kunnen verstikken in het moerrooster. Daarnaast kan de zwerm meerdere dagen achter elkaar afkomen en terugslaan op de kast.
Zwermbeheersing en ervaringsjaren van imkers
Imkers met 1 tot 10 jaar ervaring maken meer vliegers dan vegers, de groep imkers met meer dan 10 jaar ervaring maken duidelijk meer vegers dan vliegers. De broedaflegger is onder alle ervaringsjaargroepen bijzonder populair, waarschijnlijk vanwege zijn eenvoud en de promotie ondere andere vanuit Duitsland.
Zwermbeheersing en het aantal volken
Hoe meer volken men heeft des te minder maakt men gebruik van kunstzwermen. Bij kleine imkers tot 5 volken maakt een kleine helft nog gebruik van de vlieger en de veger, maar bij imkers met 10 tot 25 volken maakt 65% van de imkers al gebruik van broedafleggers.
Het aantal volken en ervaringsjaren van de imker
Het is duidelijk dat met het aantal jaren imkeren ook het aantal volken toeneemt.
Bij minder dan 5 jaar ervaring heeft 64% 1 tot 5 volken, 26% heeft 5 tot 10 volken en ruim 8% heeft 10 tot 25 volken.
Bij de groep met meer dan 10 jaar ervaring heeft 38% 1 tot 5 volken, ruim 33% heeft 5 tot 10 volken en ruim 22% heeft 10 tot 25 volken.
U bent dus gewaarschuwd, imkeren smaakt meestal naar meer. Zou het door de honing komen of door die fantastische natuurbeleving en ontspanning?
Bedankt voor jullie terugkoppeling en tot een volgend blogbericht.
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt
Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account.
Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren.
Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan.
Inloggen