Bijenblog

Bijen logica

Bijen logica

Broeder Adam zei altijd "laat de bijen het je vertellen". Daarmee wilde hij zeggen, dat wij als imkers vooral naar het bijengedrag moeten kijken en daar onze lessen uit moeten trekken. Is het dichtkitten in de nazomer en herfst van de vliegopening daar een goed voorbeeld van? 

Terwijl de sneeuw op de hazelaartakken smelt, zijn ook de eerste bloeiende aren al zichtbaar aan deze windbestuiver. Over ruim een maand volgen de Elzen, die op windstille zonnige dagen goed bevlogen kunnen worden door onze honingbijen.

Gistermorgen keek ik uit nieuwsgierigheid naar de deels dichtgedraaide ronde RVS-vliegopeningen op een Topkast. De ronde opening van 38 mm, die op eenderde van de bovenkant zit, is voor tweederde afgesloten met kithars of beter gezegd propolis. Het is wonderlijk dat de bijen zelfs een opening van rond 38 mm nog te groot vinden in herfst en winter en deze voor meer de helft weer afsluiten.

[svd-fotoalbum id="242"]

Op de eerste foto zie je de propolisverkleining en op de tweede foto het eerste raam dat blijkbaar ook gepropoliseerd is. Het zou ook bijenbrood kunnen zijn. Omdat de opening ter hoogte zit van de bijentros kunnen bijen ook direct vanuit het volk werken aan de toegangspoort tot het volk. De merkwaardige plaats van die 40 cm lange vliegopening in de bodem van de meeste kasten zit zo ver verwijderd van het eigenlijke bijenvolk, dat alleen de overmatig sterke volken in staat zijn de horizontale opening te verkleinen met hars. Soms kom je in de hoeken van de horizontale vliegopening wel eens propoliswandjes tegen ter verkleining van de opening. Blijkbaar heeft men bij de conversie van boomnestholte naar korf nog wel gekeken naar de plaats van de ingang, maar bij de omzetting van de ronde of vierkante korf naar de houten kasten heeft de doelmatigheid van de timmerman het gewonnen van onze bijen en is de opening verplaatst naar de bodem. De vliegopening beneden is vooral in augustus, september en oktober wanneer wespen en hoornaars hun predatie-hoogtepunt bereiken heel slecht verdedigbaar voor onze - in die periode krimpende - bijenvolken. Wellicht toch goed dat we zowel met het imkeren als met onze bijenkasten meebewegen met de veranderde omstandigheden.

Dit geldt ook voor het imkeren met de aanwezigheid van de varroamijten/virussen. Een aangepaste manier van imkeren kan ook helpen de voortplanting van deze parasiet tegen te werken. Daarover zal ik komend seizoen weer met nieuwe suggesties komen. Door middel van broedonderzoek wil ik tevens bewijzen dat dergelijke hulpmiddelen werken. Voor teelt en selectie - ongeacht het bijenras - heb ik al vaker gepleit. Selectie en koninginnenteelt kan overigens ook heel goed met de lokaal aanwezige bijen. Dat selectie bijdraagt blijkt uit het broedonderzoek van een volledig verdwenen volk met een kado gekregen koningin zonder VSH/SMR-eigenschappen. Dit volk was overigens al ruim een maand geleden verdwenen. Gisteren vond ik eindelijk tijd om de kast en restanten van het volk goed te bekijken. Er bleven slechts een twintigtal bijen inclusief de gemerkte koningin achter op de bodem. Deze houten kast was voorzien van een ronde vliegopening op eenderde van de bovenkant van de kast. De duizenden bijen zijn dus levend de kast uitgetrokken, anders hadden ze dood op de bodem gelegen. In augustus plaatste ik nog een opmerking op de kastkaart tijdens mijn laatste controle: "sterk volk, mooi broednest". Het wintervoer was nu nog aanwezig, evenals een grote voorraad bijenbrood in allerlei kleuren. Blijkbaar door een mooi divers aanbod van drachtplanten.

[svd-fotoalbum id="243"]

Klikken op de foto's.

Volgens een recentelijk verschenen onderzoek gaat er in deze laatste generatie winterbijen - vanwege virusstress (via de mijten) - iets fundamenteels mis in de opbouw van de eiwitreserves en het juvenielhormoon. De bijen schijnen al een week na hun geboorte de kast te verlaten en zo verlaat de hele bijenmassa in een paar weken tijd de kast. In deze periode lopen de kortlevende zomerbijen op hun laatste benen en ook zij verdwijnen uit het volk. Een restantje bijen blijft nog aanwezig rond de koningin, die uiteindelijk ook door kou omkomt en op de bodem beland. Soms tref je haar nog met wat bijen aan op een raam met restanten dood broed. Het gesloten broed van dit volk heb ik onder een stereomicroscoop onderzocht. Het kostte weinig tijd om besmette cellen te vinden. Vijftig procent van dit laatste broed was besmet met mijten. Het is duidelijk dat dit volk niet opgewassen was tegen de virusdruk die de mijten geïnjecteerd hadden in de poppen. Vaker ervaar ik sterfte van bijenvolken waarbij de VSH/SMR-eigenschappen in de tweede of derde generatie verwaterd zijn of waarbij de volken geen tollerantie kennen tegen het DWV-virus. Gelukkig blijft mijn wintersterfte nog steeds onder de landelijke sterftecijfers. Dat geeft weer optimisme voor de toekomst.

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt

Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account. 

Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren. 

Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan. 

Inloggen

Account aanmaken
Dit e-mailadres is tevens je gebruikersnaam om in de community in te loggen
Wachtwoord
Voer het wachtwoord hieronder nogmaals in om het wachtwoord te bevestigen.