Tref je een schuifla aan, die volledig bedekt is met mul en bijenkoppen, dat weet je vrijwel zeker dat dit volk beroorfd is of beroofd wordt. In dit geval is de roverij nog gaande vandaag. De vele bijenkoppen zijn het werk van wespen en het mul resteert nadat andere bijen de wintervoorraad weg roven. 

Aangezien de kast vol zit met rovende bijen en ik mijn bijenkap en beroker niet bij me had, wordt het onderzoek naar de oorzaak op een later moment gedaan, voorzover er nog iets overblijft aan bijen of broed. Volgens mijn kastkaart maakte het volk al tijdens voor de inwintering een minder goede indruk. De verhouding tussen verzorgende bijen en het broed was naar mijn mening scheef. Te weinig bijen en te veel broed. Waarschijnlijk een verschijnsel bij een te sterke mijtenbesmetting concludeer ik achteraf. Een te laat geboren en verongelukte wisselmoer kan ook de oorzaak zijn. 

Het nadeel van zo'n roofpartij is het gegeven dat heel veel mijten meeverhuizen naar het rovende volk(en). Waarschijnlijk is dat een ander volk van mij, dat 1 km verderop staat. Dit volk vliegt als een gek en weegt veel zwaarder dan de andere ingewinterde volken. Dit verschijnsel van roverij is alleen overdag te zien bij tamelijk zachte weersomstandigheden, in dit geval was het 14 graden. 

Gelukkig zien de meeste andere volken er nog sterk uit, alhoewel er ook nog twijfelgevallen tussen zitten. We gaan het zien.

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt