Mislukte koninginnenteelt
Mislukte koninginnenteelt
Koninginnenteelt lijkt het kunststukje van de bijenteelt te zijn. Als je het afmeet aan de tegenvallers dan is het zeker een huzarenkarwij om de teelt succesvol af te ronden. Wat kan er allemaal misgaan of beter gezegd: waar kunnen we nog verbeteren?
Matige resultaten koninginnenteelt door droogte?
Van verschillende kanten horen we verhalen over tegenvallende koninginnenteeltresultaten. Vaak blijft het gissen wat de reden is. Soms lijkt het probleem zich regionaal voor te doen. Dit laatste kan met drachtomstandigheden en met het weer te maken hebben. Vooral in het zuiden en oosten is het op dit moment zeer droog. Vooral vanwege de arme zandgronden laat de bloei en nectargift te wensen over.
Bijen reageren vanwege slechte dracht op een natuurlijke manier door o.a. eerst darrenbroed te ruimen. Zelfs darrenpoppen worden de kast uitgewerkt en op de grond voor de kast ligt het dan bezaaid met darrenlijken. Is er dan nog steeds een tekort aan voedsel dan moeten de werkstereitjes eraan geloven en vervolgens de jongste larven. De investering gedaan in het voeren van de oudere larven zorgt ervoor dat die het langst in stand worden gehouden.
Compensatie van dracht door voeding
Broedzorg is dus mede afhankelijk van externe factoren. Maar gebeurt dit ook bij verzegelde voervoorraden? Ja, want de dagelijkse aanvoer van verse nectar is nodig om de broedzorg optimaal te laten zijn. Dit alles speelt ook een belangrijke rol bij de koninginnenteelt. Daarom hangt er bij mij in het starter- en pleegvolk altijd een voerbak, waarin ik verdunde honing of inverstsuiker doe, meestal al enige dagen voor het startervolk de larven krijgt. Je moet op tijd goed doorvoede huisbijen hebben. Naast honing als energiebron is er veel stuifmeel nodig voor het activeren van de voedersapklieren. Die behoefte is er vooral in de eerste levensdagen van de jonge bijen. Ook dit vraagt extra voorbereiding in de vorm van een stuifmeelvervangend preparaat. Zelf gebruik ik candipolline gold, zowel aan de kant van de teeltmoeren als bij de starter/pleegvolken.
Broedwarmte is essentieel voor broedontwikkeling
Broedzorg van de larven in de teeltlat vraagt om de juiste huisbijen, maar ook om warmte. Zorg voor open broed naast de teeltlat, zeker wanneer je het teeltraam in een moergoed volk boven het moerrooster laat verzorgen.
Een andere factor, die minstens net zo belangrijk is, vormt de juiste temperatuur en vooral het voorkomen van afkoeling. Op sommige momenten in het teeltproces zijn de streklarven en poppen bijzonder gevoelig voor temperatuurverschillen. Vaak zie je dat de gesloten aan de randen van de teeltlat afsterven of later uitlopen. De juiste temperatuur bereik je door je beste en sterkste volken te gebruiken als starter/pleegvolk. Door een moergoed tweebakvolk terug te brengen naar een hopeloos moerloos eenbaksvolk schep je de juiste voorwaarden voor een succesvolle koninginnenteelt, zeker wanneer dit volk ook nog eens twee weken ondersteund wordt met extra voeding (een week vooraf en een week tijdens de teelt). Door de verkregen overbevolking kunnen de doppen niet afkoelen, het enige kwetsbare moment vormt het opkooien. Dit moet dit snel bij mooi zonnig weer plaats vinden. Plaats je de doppen in de honingkamers boven het rooster, plaats dan naast open broed ook gesloten broed naast de teeltlat om de doppen warm te houden.
Alles mislukt of een minder resultaat?
Mits aan al deze voorwaarden goed is voldaan, kan het eigenlijk niet meer fout gaan. Minder sterke volken of minder rijke voeding zal meestal leiden tot een grotere uitval van larven of kleinere koninginnen. Indien echt alles mislukt, is er meestal sprake van totale afkoeling. Ook kunnen virale infecties nog een rol spelen. Zelfs het sperma in de teeltmoer, die de larfjes levert, kunnen al besmet zijn. Ook horizontale besmetting via het larvenvoedsel is mogelijk. In Belgie kunnen telers hun teeltmateriaal gratis laten testen op virale afwijkingen, helaas is dit in Nederland niet mogelijk.
Meten is weten, daarna verbeteren
Het is voor ons als telers vooral zaak om iedere stap in het proces te volgen en te meten. Hoeveel larven zijn er na 24 uur aangenomen? Hoeveel doppen zijn er op tijd gesloten. Zijn de doppen mooi groot? Zijn de moeren allemaal op dag 12 uitgelopen? Zijn de moeren compleet met volledige pootjes en voetnapjes en goede vleugels? Ieder antwoord levert gegevens op om te overdenken en waar mogelijk het proces te verbeteren. Blijf continue leren en verbeteren. Uiteindelijk levert dit letterlijk zijn vruchten af in mooie gezonde koninginnen.
In de volgende blogberichten meer informatie over de kwaliteit van moeren en over het moonlight mating project met spannende beelden over uitvliegende en terugkomende jonge koninginnen. Ook hierbij bleken bestaande breed toegepaste hulpmiddelen bij de koninginnenteelt eerder tegen te werken dan te helpen!
Ben Som de Cerff, hobby-imker en koninginnenteelt
Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account.
Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren.
Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan.
Inloggen