Bijenblog

Houten of kunststof bijenkasten, maakt het verschil?

Houten of kunststof bijenkasten, maakt het verschil?

Meestal hebben we een nadrukkelijke voorkeur voor houten of voor kunststofkasten en beperken we onze keuze tot één type.

De keuze voor hout of kunststof wordt ingegeven door persoonlijke of emotionele voorkeuren. De één zoekt naar duurzame oplossingen, de ander denkt aan zijn portemonnee. Maar er zijn nog tal van andere beweegredenen om tot die keuze te komen. Hoe denken onze bijen erover?  

Wil je een gratis mailbericht ontvangen van ieder nieuw blogbericht, klik dan HIER om je aan te melden. 

Dalende buitentemperaturen

Afgelopen week checkte ik de winterzit bij een vijftal volken bij 12 graden in de middag. Vier volken zitten in Styropor Dadantkasten en eentje in een houten Dadantkast. De zesde zit in een houten 6-raams Dadantkast met houten dekplank, zodat deze bijen helaas niet te volgen zijn in de winter. Altijd weer jammer, want ook in herfst en winter kan er nog veel veranderen in de bijenvolken. 

De vier in styropor kasten gehuisveste bijenvolken zaten nog volledig los in de kast, terwijl in de houten kast duidelijk sprake was van terugtrekking op de wintertros.

(Klik op de foto om de video te bekijken)

Volgens Mark L. Winston's boek "The Biology of the Honey Bee" beginnen bijen onder een buitentemperatuur van 18 graden zich voorzichtig te clusteren. Onder de 14 graden ontstaat een inniger cluster zodat er minder warmte naar buiten toe kan ontsnappen. De dichtste winterzit bereiken de bijen bij minus 5 graden. In de kern van de tros kan het zo'n 26 graden zijn. Zodra er eind januari een broednestje ontstaat, wordt het daar weer 35 graden. 

De geisoleerde styropor bijenkasten zorgen voor een zekere demping van de effecten van de buitentemperatuur. Dat was bij 12 graden buiten duidelijk te zien in de styropor kasten, echter hout van 18 tot 22 mm isoleert nauwelijks en derhalve ervaren de bijen eerder de kou van buiten en trekken ze zich terug tussen de raten.  

De andere verschillen voor bijen en imker

Voor de portemonnee is een styroporkast in de regel goedkoper dan een houten kast. Het gegeven dat voor styropor fossiele grondstoffen nodig zijn, is niet bevorderlijk voor de populariteit. Toch gaan kunststofkasten langer mee dan houten kasten. Ze zijn makkelijk te repareren bij beschadigingen. Ze zijn lichter in gewicht, zodat ze voor veel imkers plezierig zijn om te tillen en te vervoeren. Bovendien kan kunststof met een goedkopere buitenkwaliteit muurverf in allerlei kleuren geschilderd worden. Laat de binnenkant ongemoeid, dan zullen de bijen deze propoliseren. 

Wat zullen de bijen ervan vinden? 

Aan het gedrag van de bijen valt af te leiden, dat ze in houten kasten meer kou ervaren dan bij styroporkasten. In de video is duidelijk het verschil te merken. In de zomer is dat juist andersom. Bij tropische warmte is een styroporkast beter bestendig tegen hitte. Bij houten kasten zitten de bijen bij extreme hitte aan de buitenkant van de kast, dit beeld tref je niet aan bij kunststof kasten.

Dit temperatuurverschil heeft natuurlijk invloed op het energiegebruik oftewel wintervoergebruik. Daarnaast zal het bijenvolk vooral na het ontstaan van het nieuwe broednestje zich iets eerder ontwikkelen omdat de condities in de goed geisoleerde kast beter is. Wat mij nog opvalt, is de plaats van het eerste broednestje na de winter. In houten kasten is dat in de regel aan de kant waar de zoninstraling overdag plaats vindt. De slechte isolatie van hout heeft blijkbaar tijdens zonnige dagen toch een effect. 

Ik concludeer dat de warmtehuishouding in kunststof kasten makkelijker te handhaven is door de bijen en dat hierdoor minder energie(honing) nodig is voor het op temperatuur houden van broed en wintertros. Dit alles vermindert de stress. Een optimale warmtehuishouding werkt tevens contraproductief voor de varroamijtenpopulatie (minder snelle groei), de bijengezondheid (minder virusdruk) heeft hier baat bij. 

Voorbereiding op de oxaalbehandeling in december

Tel vanaf nu eens gedurende 5 dagen of 1 week de mijtenval op de schuifla bij alle bijenvolken. Vooral bij stabiele lage temperaturen krijg je een goed beeld van de hoogte van de resterende mijtenbesmetting in de bijenvolken. Hoe hoger de mijtenbesmetting des te meer mijten vallen er dagelijks op de schuifla. Hinder van mieren en pissebedden heb je nu niet meer te vrezen, het is te koud. 

De drempelwaarde

Indien er gemiddeld 1 mijt of minder per dag valt, is de mijtenbesmetting zo gering dat de winterbehandeling achterwege kan blijven. Bij een gemiddelde mijtenval van 1 tot 2 mijten per dag is de besmetting wel enigszins verhoogd, echter nog zo laag dat het verantwoord is om de behandeling achterwege te laten. Bij een mijtenval van 2 mijten of meer per dag is het zaak dit volk te bevrijden van de mijten zodat het komende seizoen beheersbaar blijft en het volk niet instort.

Het is raadzaam de volken/moeren met minder dan 1 mijt per dag te gebruiken voor de nateelt in 2026. Probeer vooral de moeren in de volken met 1 of meer mijten per dag te vervangen door de nateelt van de betere moeren of schaf larfjes of F1-moeren aan van telers die zich bezig houden met VSH/SMR teelt. 

 Mis je de bijen nu ook al?

Voor de imkers, die hun bijen missen, heb ik onderstaande video opgenomen. Als je goed meeleeft met de bijen in deze video, kun je de heerlijke geur van het broednest ervaren. 

Door op de foto te klikken kun je je weer even verplaatsen naar de zomer. De bijen zoemen, ritselen en werken, werken en werken. En waar kom je de darren tegen? Ja, hoor, aan de eettafel met nectar. 

Ben Som de Cerff, docent bijenteelt en hobby-imkeren

Op weg naar een duurzame imkerij

Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account. 

Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren. 

Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan. 

Inloggen