Varroa-onderzoek in het broed en op de schuifla
Varroa-onderzoek in het broed en op de schuifla
De mijtbesmetting en de daarmee samenhangende virusbelasting zijn de belangrijkste oorzaken voor wintersterfte.
Helaas verdwijnen de eerste volken al in oktober. De reden hiervoor is het ontbreken van langlevende winterbijen, terwijl de overblijvende bijen ernstig ziek zijn door virussen. Zomerbijen worden gemiddeld zes weken oud. Wanneer er in augustus en september er iets mis gaat met de vorming van vette langlevende winterbijen, dan verlaten deze jonge bijen in de loop van oktober voortijdig de kast en blijft de imker achter met een lege kast. Meestal tref je nog wat gesloten broed aan in de kast met wat jonge dode bijen, die net niet uit de cellen zijn gekropen. Vroegtijdig mijtenonderzoek en het uitselecteren van dergelijke zwaar besmette volken kan dit voorkomen.
Wil je een mailbericht ontvangen van ieder nieuw blogbericht, klik dan HIER om je aan te melden.
De groei van het aantal mijten
De mijtenpopulatie begint in februari met het ontstaan van het nieuwe broednestje de basis te leggen voor een stormachtige groei. Omdat de aantallen in het voorjaar nog laag zijn, valt de verdubbeling per maand ook nog wel mee. In gevallen met veel uitlopend darrenbroed - dat loopt eind maart al weer voor het eerst uit - neemt de groei snel toe. Vanaf juni kan het al om duizend of meer mijten gaan en dan gaat het snel helemaal mis.
Het ware gevaar is het DWV virus type B
De mijten infecteren de poppen en bijen met virussen. Maar niet zoals dat normaal gesproken gaat via de mond en de maag via voedseluitwisseling maar direct via een wondje in de bloedbaan. Daar is geen pop en geen bij tegen opgewassen.
Sommige bijenvolken doen zelf iets om de mijtengroei te remmen
De kunst is dus die enorme groeicurve van de mijtenaantallen af te remmen. Dat kan door imkertechnische maatregelen, zoals een broedstop, compacte broednesten, goed geisoleerde bijenkasten maar meer nog door de bijen zelf. Zeker 20% van alle bijenvolken hebben eigenschappen waarmee ze de groei van de mijtenpopulatie enigszins kunnen afremmen. Dat kunnen verschillende eigenschappen zijn, zoals Varroa Sensitieve Hygiene (ruimen van broed waarin mijten zitten), grooming (mijten wegpoetsen en stuk bijten), een kortere broedduur (minder mijtendochters, onvruchtbare dochters), minder frequent instappen en nog meer factoren, die we wellicht nog niet kennen.
Selectie van de beter presterende volken
De kunst is de beter presterende bijenvolken te kunnen onderscheiden. Dat kan via mijtentellingen. Je kunt mijten tellen, die op de bijen zitten, die in het broed zitten of die op de schuifla vallen. Zowel het tellen van mijten op de bijen als het tellen van de mijten op de schuifla is voor iedere imker goed te doen. Zoals bekend heb ik in drie jaar tijd (2016-2019) de mijtenbestrijding volledig afgebouwd. Mijn volken zijn dus onbehandeld mede dankzij VSH-eigenschappen die door gericht aanparen en selecteren steeds duidelijker aanwezig is.
Vooral in die periode 2016 tot 2019 heb ik veel onderzoek gedaan naar de mijtbesmetting op de bijen en op de schuifla. Dat geeft op een eenvoudige manier een schat aan informatie. Je weet vrij snel met welke volken je verder moet gaan.
Meer broedonderzoek en wat blijkt nu?
De volken waarbij 1 of meer mijten worden gevonden in augustus tijdens het broedonderzoek laten eveneens meer mijten vallen op de schuifla in september en oktober. De uitkomsten van het broedonderzoek en de mijtenval zijn direct aan elkaar gekoppeld. Dat laat ik onder anderen zien in de onderstaande video van een Topkast en het volk, waarin het arrestraam zat deze zomer.
Schuifla info geeft extra info boven broedonderzoek
Zelfs volken, die op een monster van 200 broedcellen in augustus geen mijten prijs geven, laten in september nog wel mijten vallen op de schuifla. Weliswaar bescheiden in aantalllen, maar voldoende om de beste teeltkoninginnen te kunnen onderscheiden. Eigenlijk zou iedere imker de mijtenval op de schuifla moeten controleren in de week voor de zomerbehandeling. De randen van de schuifla insmeren met sla-olie of lijnzaadolie tegen opdringerige mieren en na drie tot vijf dagen de gemiddelde mijtenval bepalen. De minst besmette volken zijn de volken waarvan je volgend jaar kan natelen, De andere volken krijgen een koningin van deze teelt. Meer info hierover in nieuwe blogberichten.
Volken gaan meestal uit het broed in oktober
In de video gemaakt op 9 oktober (zie linker grafiek) plaats ik een temperatuursensor in een topkast. Hierin zit net een jonge F1 van dit jaar. Hieronder links zie je dat dit volk nog steeds broed heeft in tegenstelling tot het volk in de spaarkast met een moer van ruim twee jaar oud, die al uit het broed is. Een jonge moer broedt dus langer door en geeft betere kanse op een goede uitwintering. Het rechter volk is het volk waarin de asrrestbak gezeten heeft. Deze is dus omstreeks begin oktober uit het broed gegaan.
![]() |
![]() |
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt
Wil je een mailbericht ontvangen van ieder nieuw blogbericht, klik dan HIER om je aan te melden.
Wil je reacties lezen en/of een reactie geven op het bijenblog?
Log dan in met je NBV-account.
Het Bijenblog is een service van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging. Log in met je NBV-account om reacties te lezen en zelf te reageren.
Heb je geen NBV-account, maak dan een gratis account aan.
Inloggen

